hans

Over hans

Deze auteur heeft nog geen informatie verstrekt.
So far hans has created 3 blog entries.

Terugblik Workshop Privacy – 9 mei 2017

Terugblik DAIR Workshop Privacy

 

Op 9 mei had DAIR Peter Kager van ICTRecht uitgenodigd voor een workshop over het thema Privacy. Het werd een geslaagde ochtend. 17 gemotiveerde deelnemers luisterden met afwisselend ontzetting en opluchting naar de beperkingen èn mogelijkheden die voortkomen uit de Wet Bescherming Persoonsgegevens en de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De doelstellingen voor deze workshop werden dan ook ruimschoots bereikt: er was veel informatieoverdracht, de hele problematiek werd helder in kaart gebracht, onderliggende principes werden verduidelijkt. En vooral was er veel ruimte om de presentatie te vertalen in vraagstukken waar de deelnemers zelf tegen aan lopen. Peter Kager slaagde er ruimschoots in de juridische materie te vertalen in een verhaal dat ook voor niet-juristen leefde.

Na afloop bekende één van de deelnemers dat hij – ondanks het belang van het onderwerp – wat had opgezien tegen een ochtend droge kost, maar dat het tot zijn verbazing een onderhoudende, en bij vlagen zelfs spannende ochtend was geworden.

 

DAIR dankt Peter Kager en de Universiteit Utrecht die de workshop genereus sponsorde met het beschikbaar stellen van de prachtige ruimte en de koffie en thee.

 

Artan Jacquet en Hans Ouwersloot

 

Door |2017-05-19T15:15:47+02:00vrijdag 19 mei 2017|

Net als in de film

Data ter ondersteuning van een verhaal – lessen uit de filmwereld

Reinout van Brakel

Mei 2017

De afgelopen paar jaar maakten wij door de acteerambities van onze zoon nader kennis met de filmbranche. Hoewel onze rol als ouder beperkt is tot die van chauffeur, pikken we meestal ook wel iets mee van de sfeer op de set. Met name de werkwijze van filmcrews is bijzonder leerzaam. Ik schets even wat ervaringen voordat ik inga op de VSNU-productie die half mei live ging.

Een filmproductie start met een idee van een of enkele creatievelingen. Vervolgens wordt het idee uitgebeeld, middels een script of proefaflevering. Om de productie daadwerkelijk te kunnen maken, moet het verkocht worden aan producenten of omroepen. Dan begint een ingewikkeld spel van financiering. Tegen de tijd dat een film echt wordt opgenomen, is vaak al twee jaar voorbereiding gedaan. Dan worden allerlei (tussen)personen ingeschakeld om een compleet nieuwe organisatie op te richten: cast en crew bestaan uit freelancers. Er moet een team gebouwd worden en daar zijn allerlei rituelen voor bedacht.

Allereerst is er het proces van castings: tegen de tijd dat je als acteur geselecteerd bent, voel je je onderdeel van bevoorrecht gezelschap. Acteurs geven elkaar aan het begin vaak een klein cadeau om elkaar succes te wensen. Ook de logistiek rondom opnamen verloopt volgens een vast ritueel. De rollen tijdens opnamen zijn vergaand gestandaardiseerd: er is een geluidsman, een assistent-geluidsman, productieleider, cameraman, licht, kleding, kinderbegeleiding etc. Iedereen krijgt een call sheets op de dag voor opname, waarop precies staat wie waar moet zijn. Er is een gezamenlijk ontbijt om 7:30, er wordt een warme lunch geserveerd, en einde van de dag is er een “wrap”.

Vorig jaar bedachten we bij de VSNU dat we onze cijfers beter wilden presenteren, zodat ze beter bruikbaar zouden zijn voor zowel onze eigen beleidsadviseurs als externen. De totstandkoming heeft wel wat elementen van een filmproductie: in ieder geval zijn we van statisch beeld nu naar interactieve en bewegende grafieken gegaan. En het verhaal dat we willen vertellen staat centraal. Een van de eerste stappen was het visualiseren en verbeelden van ons eindproduct – we verzamelden voorbeelden en vroegen datajournalist Frédérik Ruys van Vizualism om een lunchlezing bij ons te geven, zie: https://www.vizualism.nl/

Vervolgens is een standaardaanpak ontwikkeld die we voor al onze domeinen toepassen. Dat ziet er als volgt uit:

  • In het datalab worden drie disciplines samengebracht: communicatiespecialisten, inhoudelijk deskundigen en data-experts.
  • De rollen zijn helder omschreven: er is een opdrachtgever, een projectleider die het proces faciliteert en deskundigen die de nieuwe factsheets maken.
  • Het eerste datalab staat in het teken van het bepalen van de belangrijkste hoofdboodschappen (wat willen we vertellen) en een inventarisatie van mogelijke databronnen en visualisaties.
  • In tussentijdse bouwsessies wordt met het team de concepten gemaakt. Daarbij zijn steeds drie componenten van belang: de data zelf, het verhaal bij de data, en de bronvermeldingen.
  • In een gezamenlijke tussenstap worden keuzes gemaakt welke visualisaties worden uitgewerkt in Tableau – veel valt af omdat de data niet beschikbaar zijn.
  • In het tweede Datalab worden de resultaten gepresenteerd en waar nodig bijgesteld.

Inmiddels hebben we voor het domein Internationaal drie nieuwe factsheets opgeleverd rondom onze belangrijkste hoofdboodschappen. Deze zijn nu veel beter en overtuigender onderbouwd met data, die ook toegankelijker is geworden. De “crew” bestond uit Aart Claassen (regisseur), Rianne Kouwenaar, Martin Nieuwenhuizen, Petra Pieck, Daan Huberts (externe gast vanuit Nuffic), Jurgen Rienks en Jaco van der Veen.

We zijn inmiddels gestart met het domein Financiën.  Later volgen Onderwijs, HR en Onderzoek. Steeds is de “crew” (enigszins) verschillend, maar de aanpak identiek.

We nodigen DAIR-leden uit om de nieuwe factsheets te bekijken en we komen graag in contact met collega’s die ons verder willen helpen met dit project. In het najaar willen we een workshop Tableau organiseren voor gevorderde gebruikers, waar we ook iets zullen vertellen over onze aanpak. We zijn benieuwd naar de ervaringen van DAIR-leden met het maken van interactieve grafieken.

Zie ook:

http://public.tableau.com/views/Citatie-impactscore_PUB001/Co-publicatiesmetNederlands2011-2015?:increment_view_count=no&:embed=y&:toolbar=no&:loadOrderID=0&:display_count=yes

De factsheets zijn hier te bekijken: http://vsnu.nl/nl_NL/interactieve-factsheets.html

 

Door |2017-08-17T15:38:03+02:00vrijdag 19 mei 2017|

Big data groots gevierd

In de afgelopen maanden waren en diverse gelegenheden waar “data” groots werd gevierd. De VSNU was uitgenodigd voor de opening van de nieuwe Jheronimus Academy of Data Science in Den Bosch. Naast het doorstaan van de macrodoelmatigheidstoets slaagde men er ook in om Koningin Maxima naar het openingsbal te krijgen.

Data is het nieuwe goud – zo werd ook duidelijk tijdens een themamiddag over “Big data en disruptie” voor ondernemers van de Cobbenhagen Summit van Tilburg University. Daar waren diverse ondernemers aan het woord die de mogelijkheden van big data uitlichtten, voorzien van gelikte presentaties en animaties. Dat de wetenschap er bovenop zit, is te zien aan het “themadossier” op de website van dezelfde universiteit.

Intussen was ik met mijn dochter naar een open dag van de TU/e, waar deze nieuwe opleiding Data Science ook werd gepromoot. De meeloopdag die daarop volgde startte in Tilburg – halverwege de dag gingen 60 studenten met de bus en lunchpakketje naar Eindhoven. Volgens de prognoses zijn er 8.000 data scientists nodig en met al deze belangstelling is dat makkelijk te geloven.

Maar ik was ook bij twee bijeenkomsten waarin de keerzijde van Big data werd belicht. Het tijdschrift Th&ma hield een Ronde Tafel ter voorbereiding op een themanummer over Data. Daar was een mooi gezelschap bij elkaar van zowel Nederlandse als Vlaamse experts op het terrein van hoger onderwijs en data. Hoofdredacteur Sijbolt Noorda suggereerde als motto: “Data als goudmijn of mijnenveld?”.

Met de nieuwe Europese Verordening Gegevensbescherming in aantocht, ziet de toekomst er niet louter rooskleurig uit. Bestuurders van instellingen die niet aan de regels voldoen, kunnen hoge boetes krijgen. De informatiestromen die nodig zijn voor het functioneren van ons onderwijsbestel, bevatten privacygevoelige informatie, waar goede waarborgen voor nodig zijn. Maar veel is nog onduidelijk en soms slaan beheersingsmaatregelen door. Een Vlaamse hoogleraar noemde als voorbeeld dat docenten niet langer de cijfers mogen zien die studenten voor andere vakken hebben gehaald. En het “recht om vergeten te worden” is binnen een onderwijsinstelling – waar je diplomaresultaten toch liefst generaties bewaart – ook geen vanzelfsprekendheid.

Dat het nog complexer kan, leerde ik bij een bijeenkomst van VNO-NCW. Daar was een gezamenlijke bijeenkomst georganiseerd rondom de Europese Communicatie ‘Building a European Data Economy’. Daarin komen onder meer onderwerpen als data lokalisatie, eigendom van data, nieuwe manieren van verkrijgen en gebruiken van data ter sprake.

Ook adresseert de Commissie aansprakelijkheid, standaarden en interoperabiliteit. Interessant is de vergelijking met internationale studentenmobiliteit en alle vraagstukken die daar spelen. Vervang het woord “student” door “datapakketje” en de overeenkomsten zijn legio. We hebben één taal nodig om studenten/data te kunnen uitwisselen, en we willen studenten/data niet vasthouden in eigen land (data lokalisatie”). Maar studenten/data naar verre landen sturen brengt ook risico’s en met zich mee.

Maar het verhaal dat echt bijbleef was dat wij zeker niet de enige sector zijn die uitdagingen kent op het gebied van data. In de landbouwsector gebruikt men zeer geavanceerde methoden om de beste stieren te selecteren. Een topstier produceert 1.000 rietjes sperma per week, à 15 euro per stuk. De 3 beste stieren in Nederland zijn elk 3 miljoen euro waard. Dan loont het om uit te zoeken hoe men de beste stieren fokt. Daarvoor doet men genetische analyses, worden sensoren ingezet en zelfs stappentellers. De gegevens die dat allemaal oplevert zijn goud waard.

Maar wezenlijke vragen over eigenaarschap van data zijn nog niet beantwoord.

Als een melkmachine per ongeluk een koe melkt die antibiotica gebruikt, wie is dan aansprakelijk? Als een veevoedermachine data opslaat, is die data dan van de producent van de machine, of van de boer die de machine in zijn stal heeft staan? En als deze data worden doorgeleverd aan de coöperatie, mag de coöperatie deze gegevens dan vermarkten?

Het zijn dezelfde vragen die wij stellen als het gaat om gegevens die we op sectorniveau verzamelen over bijvoorbeeld studenten, onderzoeksoutput en personeel. Die gegevens worden vervolgens bewerkt en doorgeleverd aan bijvoorbeeld VSNU, CBS, Studiekeuze123, beleidsmakers of wetenschappers. Hoe kunnen we de data benutten voor het goede doel? Van wie zijn die data dan eigenlijk? Wat mag wel of niet? En wie is aansprakelijk als data op straat liggen?

Eén van de conclusies van de bijeenkomst was dat de datagedreven economie nog zoveel uitdagingen kent, dat er dringend behoefte is aan onderzoek en opleiding van dataspecialisten. Het vak is nog volop in ontwikkeling en we komen er niet met het opleiden van jongeren alleen. Een schone taak voor onze vereniging om daar ook een bijdrage aan te leveren!

 

Reinout van Brakel

28 maart 2017

Door |2017-03-30T14:40:32+02:00donderdag 30 maart 2017|
Ga naar de bovenkant